Blog: Een goed gesprek met je cliënt over resultaten, hoe doe je dat?

 

In samenwerking met Qualizorg verzorgde Mark Bench een aantal columns en webinars. Lees hier de derde column.

 

Hulpverleners zijn over het algemeen niet erg gek op getallen en statistiek. Het is meestal niet het favoriete vak tijdens de studie. Voor zover wij weten zit het terugkoppelen van ROM-gegevens aan de cliënt in geen van de opleidingen tot psycholoog, noch in de opleiding tot GZ psycholoog, of in de opleidingen tot Specialist.

 

Geen wonder en geen schande dus als je je onthand voelt als je scores moeten vertalen in begrijpelijke en aansprekende teksten aan je cliënt. Significantie, cut-off scores, normgroepen en prognoses: hoe zat het ook alweer? Ook als je het zelf wel helemaal goed begrijpt laat het zich nog steeds niet makkelijk uitleggen in dagelijkse taal.

Een goede terugkoppeling van uitkomsten informeert, motiveert, bekrachtigt en helpt bij beslissen. Het past daarom prima in een behandelgesprek. Jij en je cliënt kunnen er heel veel aan hebben. Deze blog helpt je met een paar handreikingen en tips op weg naar goed en ontspannen terugkoppelen van ROM-gegevens.

 

Woorden geven aan getallen
De tijd dat je zelf met de hand scores moest uitrekenen is gelukkig voorbij. ROM-software, zoals Qualiview, geeft naast een automatische berekening ook een ‘vertaling’ aan van getallen naar tekst: scores van de schalen worden voorzien van een betekenis als ‘bovengemiddeld’ of ‘zeer ernstig’ ten opzichte van normpopulaties. Ook is bij sommige vragenlijsten te zien of er sprake is van klinische en/of significante verbetering, al dan niet ondersteund met afbeeldingen en grafieken. Maar wat betekent dat nu allemaal?

 

Wanneer is verandering ook verbetering?
Niet elke verandering is verbetering. Het kan een toevallige fluctuatie zijn. Wanneer spreken we nu van verbetering? Daar komt statistiek bij kijken.

Halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw ontstond het idee dat het nodig was om op een andere manier naar uitkomsten te kijken dan dat onderzoekers altijd hadden gedaan. Die keken -toen nog meer dan nu – voornamelijk naar gemiddelden. Het was de aansluiting op de praktijk die gemist werd; voor Neil S. Jacobson aanleiding om een voorstel te doen voor maten die relevant waren voor clinici. Hij stelde voor om te spreken van ‘verbetering’ als er:

 

a) sprake is van klinisch significante verbetering; dat wil zeggen als een cliënt opschuift van een score die in het ‘disfunctionele’ gebied ligt, naar een score die in het functionele gebied ligt, en
b) als er sprake is van statistisch betrouwbare verbetering; dat wil zeggen een (positieve) scoreverandering die groter is dan de standaardmeetfout.

Met de combinatie van deze twee criteria wordt een uitspraak gedaan over of er verbetering is of niet (criterium b), en de score nu valt in het de functionele, gezonde gebied (criterium a).

 

Om zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de klinische praktijk, zijn in de handleidingen van de meeste vragenlijsten dan ook instructies opgenomen voor het vaststellen van klinisch significante verbetering, betrouwbare verandering, cut-off scores en/of normgroepen om scores op vragenlijsten te interpreteren.

 

Informeren en duiden
Je weet dus wanneer er sprake is van verandering of niet. Wat zijn dan de volgende stappen? Om met het terugkoppelen van ROM te informeren en te duiden is het belangrijk om de resultaten op schaalniveau te bespreken.

Bij de bespreking van een startmeting kun je bijvoorbeeld een scorepatroon relateren aan iemands diagnose en klachten. Voor iemand met sociale angst is de verwachting dat – met de SQ-48 als voorbeeld – de schaal sociale fobie, angst en eventueel agorafobie verhoogd zijn. Ook is het niet gek dat depressie en vitaliteit slecht scoren.

Je kunt een dergelijk scorepatroon ook gebruiken om alert te zijn op wat mensen belangrijk vinden in het leven, of waar ze (ooit) van genoten. Voor mensen die eerder heel actief waren, kan bijvoorbeeld een mogelijke verbetering van vitaliteit zeer motiverend zijn om vervelende oefeningen die bij de behandelingen horen toch uit te voeren.


Woorden geven aan schalen
Vervolgens moet je de juiste woorden gebruiken voor het terugkoppelen van de betekenis van de schalen (en hun scores). Houd het kort en simpel voor je cliënt. Bijvoorbeeld door bij het omschrijven van een schaal gebruik te maken van de onderwerpen die de items behandelen. Een voorbeeld voor de schaal vijandigheid is: “We zien een hogere score op het onderwerp vijandigheid. Dat betekent dat u misschien wat bozer of geïrriteerd was de laatste dagen en mogelijk ruzie heeft gehad.”

 

Gespreksvaardigheden
Een veelgehoorde vraag van hulpverleners is: “Ik heb de resultaten teruggekoppeld en nu? Hoe ga ik dan weer over tot het behandelgesprek?” Het antwoord is dat terugkoppelen onderdeel is van het behandelen. Zowel bij het informeren en duidende deel ervan, als bij het motiveren, bekrachtigen en als hulp bij beslissen.

Daarvoor kunnen gespreksvaardigheden ingezet worden. Zo kan aan het hier bovengenoemde voorbeeld een toevoeging gedaan worden als: “Daar gaan we in de behandeling mee aan de slag. Hoe lijkt u dat?” Hiermee krijg je zicht op de motivatie van de cliënt, en kun je verder ingaan op wat daar dan voor moet gebeuren, of wat dat van de cliënt vergt. Met name motiverende gespreksvoering is hiervoor geëigend.

Tot slot hebben we nog enkele tips voor het terugkoppelen:

 

Tip 1: Vul zelf de ROM-vragenlijst in
Door zelf eens alle vragen door te lopen die je je cliënten voorlegt en de resultaten voor jezelf te bekijken, sla je twee vliegen in één klap: je hebt de inhoud van de vragenlijst en de afzonderlijke items weer on top of mind, en je ervaart hoe het is om de soms heel persoonlijke vragen over jezelf in te vullen en daar een resultaat over te krijgen. Het helpt je bij het bespreken van de resultaten, zowel feitelijk (waar gaat het precies over) als in wat het met de cliënt kan doen.


Tip 2: Kijk bij opvallende scores naar de afzonderlijke items
Wijken de totaalscore of scores op afzonderlijke schalen af van wat jij en je cliënt verwachten? Kijk dan eens naar wat er op de afzonderlijke items gescoord is. Daarmee kun je vaststellen of die score representatief is voor de schaal, of dat er een of meerdere aspecten uitspringen. Het helpt bij het duiden van de scores, maar ook bij waar de cliënt nu echt last van heeft (en aanleiding kan zijn om aan te gaan werken) of succes op heeft geboekt (een hele mooie bekrachtiging).


Tip 3: Zet motiverende gespreksvoering in bij ROM
Deze tip werkt twee kanten op: zet motiverende gespreksvoering in bij ROM en zet ROM in bij motiverende gespreksvoering. Ze kunnen echt ten dienste staan van elkaar. Motiverende gespreksvoering biedt een taal voor duiding, informeren en het laat de stem van de cliënt uit de verf komen.

Andersom, is het terugkoppelen van ROM-resultaten een uitgelezen kans voor het ontlokken van verandertaal en het vergroten van de motivatie. De basisvaardigheden van motiverende gespreksvoering (open vragen, reflectief luisteren, bevestigen, samenvatten, informatie en advies geven) zijn allen toepasbaar op het terugkoppelen van ROM resultaten.

 

Trainingen Mark Bench
Mark Bench verzorgt ook trainingen over ROM. De training ROM en MGV wordt verzorgd in samenwerking met HabitPro. Klik hier voor meer informatie.


Gerelateerde onderwerpen
Deze blog is onderdeel van een reeks. Lees ook de eerdere afleveringen:

 

– Een goede introductie is het halve werk
– Onder de motorkap van de vragenlijst

Scroll naar boven